Notariële akten

Compareert Jan Pols, zeeloods voor Maas en Goedereede, wonend te Brielle.Ten verzoeke van de Franse vice-consul Sadet te Hellevoetsluis verklaart hij dat hij op 28-7 het Pruisische brikschip Wilhelmina onder kapitein Pieter Mickley buitengaats heeft gebracht. Eerst werden zij nagezeten door een sloep met manschappen van de Franse kaper kotter l'Aimable van kapitein Olivier. Later zijn ze opgebracht door de kaper l'Ecole onder kapitein Huët. Aan het verzoek van de kapitein het schip dan maar liever aan de grond te laten lopen heeft de loods niet voldaan.

Compareren Jacobus Rademaker en Jan van der Haak, beiden wonend te Brielle. Ten verzoeke van de Franse vice-consul Sadet te Hellevoetsluis verklaren zij dat zij zich in zijn opdracht hedenmiddag hebben begeven aan boord van een brikschip de Wilhelmina, varend onder Pruisische vlag en gevoerd door kapitein Pieter Mickely, liggend op de rede van Brielle. Het schip was op 28-7-1810 opgebracht door de Franse kaper l'Ecole, gevoerd door Huët van Duinkerken. Zij hebben de lading, bestaande uit haver, gecontroleerd en bevonden dat er al sprake is van broei, reden waarom zij oordelen dat de lading zo snel mogelijk moet worden gelost. Getuigen Leendert Dorsman en Arent Nieuwenhuizen.

Compareren Kornelis Ouwehand, schipper-eigenaar, Willem Ouwehand, stuurman, Simon Hazelnoot, kok, en Willem van der Boon, matroos, allen op het smakschip de Jonkvrouw Sophia. Allen wonen te Papenburg. Varend voor rekening van Jan Ozij te Rotterdam vertrokken zij op 23-3 met een lading tarwe naar Farsond. Net buiten de Maas zijn zij in de duisternis overvaren door een vermoedelijk Deense brik. Om eigen leven en hun schip te redden hebben zij een groot deel van want en zeilen moeten kappen en overboord zetten. Om te voorkomen dat zij zonken hebben zij ook een deel van de lading in zee moeten gooien. Na al pompend enige dagen te hebben rondgedreven werden zij door een Brielse loodsboot voor f 200 gesleept tot tussen Zeeburg en de batterij. Daar geraakte ook de loodsboot aan de grond. Een visser heeft ze losgesleept en voor f 100 in de haven van Brielle gebracht. Getuigen Leendert Dorsman en Arent Nieuwenhuizen.

Compareren L.Coulliboeuf en B. de Haan, resp. commies van toezicht en commies-ontvanger van de convooien en licenten te Brielle. Ten verzoeke van Pieter van Dalen te Zwartewaal, verklaren zij dat deze met het Papenburgse hoekerschip de Anna (reders Jan Kruif en zn. te Delfshaven), in Engeland bekend als de Dolfijn, op 9-12-1808 varend onder Kniphauser vlag de Maas is binnengelopen. Er was een lading Engelse manufacturen en koloniale waren aan boord, die in Rotterdam in beslag is genomen en verbeurd verklaard tbv de koning van Holland. De bemanning heeft enige tijd vastgezeten, maar is bij wijze van gunst later weer op vrije voeten gesteld. Getuigen Leendert Dorsman en Christiaan Hülman, beiden wonend te Brielle.