Beeldbank
Het Streekarchief bezit een uitgebreide fotocollectie van circa 50.000 foto’s, negatieven, dia’s en prentbriefkaarten. Daarnaast beheren we duizenden kaarten, tekeningen, affiches en ander beeldmateriaal. Vrijwel alles hiervan is gedigitaliseerd en beschreven, al zijn vanwege rechten niet alle afbeeldingen zichtbaar. Het Streekarchief hanteert als CC-licentie BY-SA 4.0, zodat u vrij bent het materiaal te gebruiken, mits u het Streekarchief als bron vermeldt.
Zoeken
De collectie is op diverse manieren te doorzoeken. U kunt een trefwoord, locatie of naam (van bijv. een gebouw of een persoon) invullen in ‘Alle velden’. Daarnaast kunt u ervoor kiezen om bijvoorbeeld alleen in de dia’s of prentbriefkaarten te zoeken. De vondsten worden getoond in een galerij, door te kiezen voor ‘lijst’ verschijnen naast de thumbnails ook de beschrijving. Middels de vier iconen kunt u nadere details opvragen, de afbeelding uitprinten of downloaden, of een vergroting oproepen.
Copyrights
Het Streekarchief probeert de de auteursrechten zoveel mogelijk te respecteren. Daarom zult u van recente foto’s waarop copyrights berusten, geen thumbnail aantreffen. De beschrijving is wel in de database opgenomen en de foto zelf kunt u in de studiezaal bekijken. Mocht u van mening zijn dat er foto’s onterecht via deze website toegankelijk worden gemaakt, kunt u contact met ons opnemen, zodat we de foto’s kunnen verwijderen.
Bestellen
Afdrukken of scans op hogere resolutie kunnen via het contactformulier worden aangevraagd. Gebruik van afbeeldingen voor een publicatie is geen enkel probleem, mits er een bronvermelding bij staat en het Streekarchief een zichtexemplaar ontvangt.
Foutmelding
Indien u een fout opmerkt, kunt u deze via het contactformulier aan ons doorgeven. We zullen de fout controleren en wijzigen.
Hendrik was in Geervliet een belangrijk man. Hij vervulde vele bestuursfuncties. In 1764 volgde hij zijn vader op als thesaurier (penningmeester). Hoogendijk was daarnaast jarenlang burgemeester, baljuw, schout, armmeester, pachter van de visserij, gaarder der verpondingen en schout en secretaris van Simonshaven en Biert. Daarnaast vervulde hij functies in de Geervlietse kerk, zo was hij diaken en ouderling. Tevens had als opperdijkgraaf en hoogheemraad van de Ring van Putten zitting in het polderbestuur.
Hoogendijk was een man van het Ancien Régime, hij erfde bestuurstaken en was rijk. Zo bezat hij diverse huizen en landerijen in Geervliet, maar ook onroerend goed in bijvoorbeeld Brielle en was hij eigenaar van de gaffelschuit ‘Geervliets Welvaren’. Zelf voer hij ook wel: op zijn schoonzus na was hij in 1808 de rijkste inwoner van het stadje.
Zo werd Geervliet bij de speciale quotisatie (belasting) van 1808 in totaal aangeslagen voor een bedrag van fl. 1.675,—, hiervan werd maar liefst fl. 225,— door Hendrik betaald, oftewel ruim 13% .
Vanaf zijn 65ste ging hij het rustiger aan doen. Hij verzocht steeds vaker ontheffing en uiteindelijk ontslag uit diverse functies. Lichamelijke ongemakken als podagra, oftewel jicht, dwongen hem zijn functies neer te leggen. Hij bleef echter opperdijkgraaf van de Ring van Putten. In die functie overleed hij in 1815 op ruim 78-jarige leeftijd.
De heer H. Hoogendijk en zijn ed. schoonzuster mejuffrouw G. Jonge Jan, wed. A. Hoogendijk Rosendaal, beide wonende te Geervliet, hebben aan de geëerbiedigden Vorst, als een offer voor het Vaderland, en met de hartelijkste bede, tot heil en geluk van Vorst en Vaderland, aangeboden de somme van f 2000,- ZKH heeft dat vrijwillig geschenk met welgevallen aangenomen, en gelast, daarvan openlijk melding te maken. Uit de: Nederlandsche Staatscourant van 12 april 1814
Maakt onderdeel uit van archieftoegang nr. 136 Hervormde Kerk Geervliet, inventarisnummer 443
Ondanks het belang van de Tol van Geervliet verarmde het stadje. De ‘torren ende mueren’ die Geervliet omringden waren in 1459 al in slechte staat. In de daarop volgende eeuwen zijn de stadspoorten en –muren langzaam maar zeker verdwenen. Sommige delen van de Geervlietse vestingwerken zijn simpelweg ingestort. Andere werden afgebroken omdat ze door de slechte staat van onderhoud een gevaar vormden, of omdat ze in de weg stonden. De Tolpoort en het naastgelegen tolhuis ondergingen eenzelfde lot.
De eens zo imposante Tolpoort die Roghman in 1647 vereeuwigde moet reeds voor 1700 zijn vervallen tot een kleine doorgang. Op de kaart van de Ring van Putten (1700) prijkt niet langer een imposante toren.