Brielle
Brielle 1940 - heden
Geschiedenis per plaats19 JUN 2017
Tweede Wereldoorlog
De oorlogsdagen tussen 10 en 14 mei verliepen in Brielle vol onzekerheid. Met regelmaat kwamen Duitse, Engelse en Nederlandse vliegtuigen over, waardoor regelmatig het luchtalarm weerklonk. Er kwamen vluchtelingen uit Veenendaal die opvang vonden en ook diverse Joden arriveerden in Brielle, in de overtuiging dat ze van hier per boot naar Engeland konden reizen. Op 12 mei werd een Engels vliegtuig neergeschoten, dat terecht kwam nabij de Bedevaartskerk aan de Kloosterweg. Twee inzittenden kwamen om, een derde bemanningslid werd opgenomen in Huize Ellemeet om te worden behandeld aan zijn gebroken been. Tegen de avond van 14 mei werd duidelijk dat Nederland had gecapituleerd. De hele dag was al te zien dat Rotterdam in brand stond: grote rookwolken rezen tot hoog in de hemel. De volgende dag arriveerde de eerste Duitse instructie. De bezetting was begonnen.
<< ‘Drukte in de Brielse straten tijdens de mobilisatie, 1 september 1939'
In de loop van de zomer van 1940 werden verschillende voorbereidingen getroffen. Er werden afweergeschut en zoeklichten geplaatst. De grenspolizei nam haar intrek in een winkelpand in de Voorstraat en op zaterdagavond 17 augustus arriveerden Duitse soldaten. De sloepenloodsen en diverse schoollokalen werden ingericht als kazerne. De bezetting bleek lang te gaan duren te zijn, dus werden op bastion 5 en 6 barakken opgericht. De Ortskommandantur kreeg zijn bureau in de HBS, terwijl het terrein daarachter als sportveld werd gebruikt.
En zo moest Brielle leren omgaan met de situatie. Iedereen moest ten alle tijden een persoonsbewijs bij zich dragen, en langzamerhand kwamen door de schaarste steeds meer producten op de bon. 's Nachts kwamen veel vliegtuigen over Brielle, op weg naar de olieraffinaderijen in Pernis. Het afweergeschut werd op die momenten direct ingezet. De gemeenteraad bleef voorlopig in ongewijzigde vorm aan, maar speelde nauwelijks een rol van betekenis. In Brielle was wel grote aanhang voor de Nederlandse Unie op te merken. Dit was het alternatief voor alle opgeheven partijen, en moest dienen als krachtige tegenhanger van de NSB. Dankzij de drijvende kracht van de kandidaat-Notaris G.J. van den Boogerd werden abonneerden maar liefst 250 mensen zich op het Unie-orgaan.
‘Steeds meer producten gingen vanwege de schaarste op de bon' >>
De weinige Joodse families die in Brielle woonde, Gazan, Cohen, Philipse en Katan waren mikpunt van de Duitsers. Ze moesten hun winkels sluiten en maar zien hoe ze aan de kost kwamen.
De weinige werkgelegenheid noopte veel mannen vrijwillig in Duitsland te gaan werken. Bovendien werden verschillende vooraanstaande Briellenaren gegijzeld: de apotheker A. Sonnega, de heer L.J. van Adrighem en later burgemeester J.A. Collette, dominee W.A. Zwaan en dokter A. Tellegen. Ze werden in de kampen in Vught en Sint-Michielsgestel geïnterneerd.
<< ‘Affiche waarmee burgers werden opgeroepen vrijwillig in Duitsland te gaan werken'.
De burgemeester werd na enkele maanden weer vrijgelaten, maar in augustus ging de bezem door de politiek. De gemeenteraad had op 25 augustus 1942 haar laatste vergadering, en de burgemeester werd op wachtgeld gezet. De nieuwe NSB-burgemeester J.G. van Houten, werd op 29 augustus geïnstalleerd.
De Joodse inwoners werden gedurende augustus en oktober 1942 stapsgewijs weggevoerd. In totaal betrof het 23 personen, waarvan geen enkele terugkeerde van de kampen.
In Brielle heerst intussen drukke bedrijvigheid. In het kader van de Atlantikwall werden in de duinen van Voorne vele honderden grote en kleine bunkers aangelegd, die de kust moest verdedigen tegen een aanval van de geallieerden.
‘Vele honderden bunkers en geschutplaatsen werden in de Duinen van Voorne aangelegd' >>
Op 4 maart 1943 vond er op Brielle een indrukwekkende gebeurtenis plaats. Een Amerikaanse B-17, die achterna werd gezeten door een Duits toestel, was genoodzaakt een aantal bommen te droppen. Vijf bommen kwamen in Brielle terecht: drie op de Ambachtsschool en de Meisjesvakschool, een op de Dijkstraat en de vijfde in de haven langs het Slagveld. Veertien leerlingen en acht volwassenen kwamen hierbij om. Vier leerlingen en vijf volwassen raakten zwaargewond.
<< ‘Vijf bommen op Brielle richtten enorme schade aan'.
In de zomer van 1943 werden de kerkklokken uit de toren van de Catharijnekerk getakeld. Het was de bedoeling dat deze klokken naar Duitsland werden vervoerd om te worden omgesmolten. Schipper J. van Dijk liet het schip door een ongelukkige manoeuvre op het IJsselmeer tot zinken brengen. Hierdoor bleven de klokken van Brielle gespaard.
De oorlog begon steeds zwaarder te worden. In toenemende aantallen moesten mannen in Duitsland werken, in de fabrieken in het Ruhrgebied. Intussen kwamen er krijgsgevangen Russen die tewerkgesteld werden aan de bunkerbouw. Langzamerhand veranderden de kustlijn van Voorne en de stad Brielle in een vesting. De Kaaipoort werd gesloten en in januari 1944 dichtgemetseld, net als de Langepoort. Vele ouden van dagen werden uit Brielle gehaald, hun huizen werden toegewezen aan evacués uit de omgeving: grote delen van de polders werden onder water gezet. Op droge gedeelten werden bomen gekapt en palen met landmijnen en boobytraps geplaatst. De angst voor een luchtlanding op Voorne zat er bij de Duitsers goed in. D-day zou echter in Normandié plaats vinden.
‘Vanuit Brielle was te zien hoe het omringende platteland onder water werd gezet' >>
Burgemeester Van Hout vertrok in september 1943 naar Dordrecht en werd opgevolgd door W.F. van Hoff.
G.J. van den Boogerd was intussen uitgeweken naar de Achterhoek om daar een verzetsgroep op te zetten. Hij werd echter verraden en op 25 juli 1944 gefusilleerd. Dat maakte diepe indruk in Brielle.
In augustus werd duidelijk dat de geallieerden steeds meer terrein wonnen, zodat er al een grote vlucht van NSB-ers plaatsvond. Toen bleek dat De Slag om Arnhem door de Duitse troepen was gewonnen, keerden zij weer terug,
Op 21 september 1944 vond een razzia plaats, waarbij alle mannen zich op de Markt moesten verzamelen, terwijl de Russische militairen de huizen doorzochten. De alom gehate Inselkommandant Schermuly oefende vanaf dat moment een waar schrikbewind uit. Meerdere mensen werden opgepakt, zoals Pieter van der Wallen, die op 18 februari 1944, en P. Oranje, die op 8 maart werd gefusilleerd.
Gedurende de hongerwinter was het in veel steden lastig om aan eten te komen, maar de meeste Briellenaren hoefden geen honger te lijden. Mannen konden echter wel op elk moment worden ingezet om bijvoorbeeld tankvallen of schuttersputten te graven.
Op 4 mei werd via de geheime radio gehoord dat de Duitsers hadden gecapituleerd. Voorzichtig werden de volgende dag de eerste vlaggen buiten gehangen, maar een SS-er verbood dit direct. Op 6 mei kon de vreugde niet langer worden onderdrukt en veranderden de straten in een bonte rood-wit-blauwe vlaggenzee.
<< ‘Vol dankbaarheid en vreugde juichden de Briellenaren de bevrijders toe'
De ondergronde verzet kwam naar buiten in blauwe ketelpakken met oranje armbanden. H. Bootsma had in Brielle en omgeving een belangrijke rol gespeeld. Op 9 mei arriveerde captain Arthur L. Cary, hij kreeg de bevoegdheden over Brielle overgedragen. Hij hield een toespraak en maakte in de auto van de Ortskommandant een ronde door de stad. De inwoners waren in feestvreugde en de dagen na de bevrijding gingen in een roes voorbij.
Op 13 mei werden Van 't Hoff en Schermuly werden opgepakt. Net als andere NSB-ers werden ze voor zolang in de Landbouwschool opgeborgen. Een lokaal tribunaal, bestaande uit plaatselijke juristen, boog zich over de berechting van de oorlogsmisdadigers.
De voormalige burgemeester Collette verscheen nog even in Brielle, maar herbenoeming was niet aan de orde.
Naoorlogse jaren
Het aanzicht van Voorne na de oorlog was troosteloos. Huizen waren verwaarloosd en de omringende landerijen waren na inundatie vrijwel waardeloos. Er moest hard worden gewerkt om alles weer in goede staat te brengen. Op 8 november 1945 kwam de gemeenteraad voor het eerst weer bijeen. Op 4 januari 1947 werd de eerste naoorlogse burgemeester benoemd: Harm van Sleen.
‘In 1950 werd de Brielse Maas afgedamd' >>
Op 3 juli 1950 werd de Brielse Maas afgedamd. Hierdoor was de verbinding met open zee verdwenen. De naam werd omgedoopt in Brielse Meer en de waterplas werd als recreatiegebied ingericht. Watersport en toerisme zouden voor Brielle een steeds belangrijke inkomstenpost worden. Vandaar dat er steeds meer werd geïnvesteerd in restauratie van bijvoorbeeld de Catharijnekerk, het Trompmuseum, het stadhuis en het wagenmakershuis. Ook talloze particuliere huizen werden gerestaureerd om te voorkomen dat ze ten prooi vielen aan de sloperhamer.
De groeiende industrie in de Rotterdamse Haven en de uitbreidingsplannen Botlek en Europoort zorgden voor een enorme werkgelegenheid. De belangstelling om in Brielle te wonen was groot, met als gevolg dat er nieuwbouw moest komen. In 1958 verrees een nieuwe wijk in de polder Meeuwenoord. In 1961 volgde nieuwebouw in Rugge en in 1968 Zuurland. Langzaam steeg het inwonersaantal. Op 1 januari 1945 was dat 3506, in 1964 telde Brielle 5047 inwoners en in 1971 was dit gegroeid tot 8331.
<< ‘Rond de oude vesting verrezen nieuwe woonwijken om de groeiende bevolking onderdak te kunnen bieden'
Op 15 september 1975 ontving de binnenstad van Brielle de status van Beschermd Stadsgezicht, zodat er nu pas echt geinvesteerd kon gaan worden in restauratieprojecten. De vestingwallen, de Langepoort, de Kaaipoort, het kruithuis, de provoost, het Merula-weeshuis en het Asyl voor Oude en Gebrekkige Zeelieden werden opgeknapt en kregen een passende bestemming.
In 1980 vond de samenvoeging met Zwartewaal en Vierpolders plaats. Brielle heeft zich sindsdien blijvend geprofileerd als stad waar toeristen een sfeer van vroeger kunnen opsnuiven. Maar het vestingstadje is allang niet meer toonaangevend in onderwijs en ook op andere gebieden, bijvoorbeeld het winkelbestand, heeft Brielle zijn positie aan omringende plaatsen moeten opgeven. Brielle staat voor de buitenstaander nog altijd synoniem met 1 april. De viering van de inname van de stad wordt elk jaar druk bezocht.
Naam en wapen
Ook voor de oude plaats Brielle is het vrijwel onmogelijk de precieze naambetekenis te achterhalen. De term ‘briel' kan afkomstig zijn van het keltische ‘brogilo', waarmee destijds een omheind gebied werd aangeduid dat als los- en laadplek voor schepen werd gebruikt.
‘Het wapen van Brielle, zoals dat in 1815 werd toegekend' >>
Het Brielse wapen werd in 1815 door de Hoge Raad van Adel omschreven als ‘zijnde van zilver, beladen met een paal van keel'. Per 24 juli 1815 werd ook de centaurus officieel vastgesteld als de schilddrager. Dat is in feite onjuist, want oorspronkelijk was dit een capirusso: een mythologisch wezen dat volgens de legene ooit in de Maas voor Brielle was gesignaleerd. In de loop der eeuwen werd de capirusso echter voortdurend anders afgebeeld, zelfs met een hondenkop of met een vrouwenfiguur.
De oorlogsdagen tussen 10 en 14 mei verliepen in Brielle vol onzekerheid. Met regelmaat kwamen Duitse, Engelse en Nederlandse vliegtuigen over, waardoor regelmatig het luchtalarm weerklonk. Er kwamen vluchtelingen uit Veenendaal die opvang vonden en ook diverse Joden arriveerden in Brielle, in de overtuiging dat ze van hier per boot naar Engeland konden reizen. Op 12 mei werd een Engels vliegtuig neergeschoten, dat terecht kwam nabij de Bedevaartskerk aan de Kloosterweg. Twee inzittenden kwamen om, een derde bemanningslid werd opgenomen in Huize Ellemeet om te worden behandeld aan zijn gebroken been. Tegen de avond van 14 mei werd duidelijk dat Nederland had gecapituleerd. De hele dag was al te zien dat Rotterdam in brand stond: grote rookwolken rezen tot hoog in de hemel. De volgende dag arriveerde de eerste Duitse instructie. De bezetting was begonnen.
<< ‘Drukte in de Brielse straten tijdens de mobilisatie, 1 september 1939'
In de loop van de zomer van 1940 werden verschillende voorbereidingen getroffen. Er werden afweergeschut en zoeklichten geplaatst. De grenspolizei nam haar intrek in een winkelpand in de Voorstraat en op zaterdagavond 17 augustus arriveerden Duitse soldaten. De sloepenloodsen en diverse schoollokalen werden ingericht als kazerne. De bezetting bleek lang te gaan duren te zijn, dus werden op bastion 5 en 6 barakken opgericht. De Ortskommandantur kreeg zijn bureau in de HBS, terwijl het terrein daarachter als sportveld werd gebruikt.
En zo moest Brielle leren omgaan met de situatie. Iedereen moest ten alle tijden een persoonsbewijs bij zich dragen, en langzamerhand kwamen door de schaarste steeds meer producten op de bon. 's Nachts kwamen veel vliegtuigen over Brielle, op weg naar de olieraffinaderijen in Pernis. Het afweergeschut werd op die momenten direct ingezet. De gemeenteraad bleef voorlopig in ongewijzigde vorm aan, maar speelde nauwelijks een rol van betekenis. In Brielle was wel grote aanhang voor de Nederlandse Unie op te merken. Dit was het alternatief voor alle opgeheven partijen, en moest dienen als krachtige tegenhanger van de NSB. Dankzij de drijvende kracht van de kandidaat-Notaris G.J. van den Boogerd werden abonneerden maar liefst 250 mensen zich op het Unie-orgaan.
‘Steeds meer producten gingen vanwege de schaarste op de bon' >>
De weinige Joodse families die in Brielle woonde, Gazan, Cohen, Philipse en Katan waren mikpunt van de Duitsers. Ze moesten hun winkels sluiten en maar zien hoe ze aan de kost kwamen.
De weinige werkgelegenheid noopte veel mannen vrijwillig in Duitsland te gaan werken. Bovendien werden verschillende vooraanstaande Briellenaren gegijzeld: de apotheker A. Sonnega, de heer L.J. van Adrighem en later burgemeester J.A. Collette, dominee W.A. Zwaan en dokter A. Tellegen. Ze werden in de kampen in Vught en Sint-Michielsgestel geïnterneerd.
<< ‘Affiche waarmee burgers werden opgeroepen vrijwillig in Duitsland te gaan werken'.
De burgemeester werd na enkele maanden weer vrijgelaten, maar in augustus ging de bezem door de politiek. De gemeenteraad had op 25 augustus 1942 haar laatste vergadering, en de burgemeester werd op wachtgeld gezet. De nieuwe NSB-burgemeester J.G. van Houten, werd op 29 augustus geïnstalleerd.
De Joodse inwoners werden gedurende augustus en oktober 1942 stapsgewijs weggevoerd. In totaal betrof het 23 personen, waarvan geen enkele terugkeerde van de kampen.
In Brielle heerst intussen drukke bedrijvigheid. In het kader van de Atlantikwall werden in de duinen van Voorne vele honderden grote en kleine bunkers aangelegd, die de kust moest verdedigen tegen een aanval van de geallieerden.
‘Vele honderden bunkers en geschutplaatsen werden in de Duinen van Voorne aangelegd' >>
Op 4 maart 1943 vond er op Brielle een indrukwekkende gebeurtenis plaats. Een Amerikaanse B-17, die achterna werd gezeten door een Duits toestel, was genoodzaakt een aantal bommen te droppen. Vijf bommen kwamen in Brielle terecht: drie op de Ambachtsschool en de Meisjesvakschool, een op de Dijkstraat en de vijfde in de haven langs het Slagveld. Veertien leerlingen en acht volwassenen kwamen hierbij om. Vier leerlingen en vijf volwassen raakten zwaargewond.
<< ‘Vijf bommen op Brielle richtten enorme schade aan'.
In de zomer van 1943 werden de kerkklokken uit de toren van de Catharijnekerk getakeld. Het was de bedoeling dat deze klokken naar Duitsland werden vervoerd om te worden omgesmolten. Schipper J. van Dijk liet het schip door een ongelukkige manoeuvre op het IJsselmeer tot zinken brengen. Hierdoor bleven de klokken van Brielle gespaard.
De oorlog begon steeds zwaarder te worden. In toenemende aantallen moesten mannen in Duitsland werken, in de fabrieken in het Ruhrgebied. Intussen kwamen er krijgsgevangen Russen die tewerkgesteld werden aan de bunkerbouw. Langzamerhand veranderden de kustlijn van Voorne en de stad Brielle in een vesting. De Kaaipoort werd gesloten en in januari 1944 dichtgemetseld, net als de Langepoort. Vele ouden van dagen werden uit Brielle gehaald, hun huizen werden toegewezen aan evacués uit de omgeving: grote delen van de polders werden onder water gezet. Op droge gedeelten werden bomen gekapt en palen met landmijnen en boobytraps geplaatst. De angst voor een luchtlanding op Voorne zat er bij de Duitsers goed in. D-day zou echter in Normandié plaats vinden.
‘Vanuit Brielle was te zien hoe het omringende platteland onder water werd gezet' >>
Burgemeester Van Hout vertrok in september 1943 naar Dordrecht en werd opgevolgd door W.F. van Hoff.
G.J. van den Boogerd was intussen uitgeweken naar de Achterhoek om daar een verzetsgroep op te zetten. Hij werd echter verraden en op 25 juli 1944 gefusilleerd. Dat maakte diepe indruk in Brielle.
In augustus werd duidelijk dat de geallieerden steeds meer terrein wonnen, zodat er al een grote vlucht van NSB-ers plaatsvond. Toen bleek dat De Slag om Arnhem door de Duitse troepen was gewonnen, keerden zij weer terug,
Op 21 september 1944 vond een razzia plaats, waarbij alle mannen zich op de Markt moesten verzamelen, terwijl de Russische militairen de huizen doorzochten. De alom gehate Inselkommandant Schermuly oefende vanaf dat moment een waar schrikbewind uit. Meerdere mensen werden opgepakt, zoals Pieter van der Wallen, die op 18 februari 1944, en P. Oranje, die op 8 maart werd gefusilleerd.
Gedurende de hongerwinter was het in veel steden lastig om aan eten te komen, maar de meeste Briellenaren hoefden geen honger te lijden. Mannen konden echter wel op elk moment worden ingezet om bijvoorbeeld tankvallen of schuttersputten te graven.
Op 4 mei werd via de geheime radio gehoord dat de Duitsers hadden gecapituleerd. Voorzichtig werden de volgende dag de eerste vlaggen buiten gehangen, maar een SS-er verbood dit direct. Op 6 mei kon de vreugde niet langer worden onderdrukt en veranderden de straten in een bonte rood-wit-blauwe vlaggenzee.
<< ‘Vol dankbaarheid en vreugde juichden de Briellenaren de bevrijders toe'
De ondergronde verzet kwam naar buiten in blauwe ketelpakken met oranje armbanden. H. Bootsma had in Brielle en omgeving een belangrijke rol gespeeld. Op 9 mei arriveerde captain Arthur L. Cary, hij kreeg de bevoegdheden over Brielle overgedragen. Hij hield een toespraak en maakte in de auto van de Ortskommandant een ronde door de stad. De inwoners waren in feestvreugde en de dagen na de bevrijding gingen in een roes voorbij.
Op 13 mei werden Van 't Hoff en Schermuly werden opgepakt. Net als andere NSB-ers werden ze voor zolang in de Landbouwschool opgeborgen. Een lokaal tribunaal, bestaande uit plaatselijke juristen, boog zich over de berechting van de oorlogsmisdadigers.
De voormalige burgemeester Collette verscheen nog even in Brielle, maar herbenoeming was niet aan de orde.
Naoorlogse jaren
Het aanzicht van Voorne na de oorlog was troosteloos. Huizen waren verwaarloosd en de omringende landerijen waren na inundatie vrijwel waardeloos. Er moest hard worden gewerkt om alles weer in goede staat te brengen. Op 8 november 1945 kwam de gemeenteraad voor het eerst weer bijeen. Op 4 januari 1947 werd de eerste naoorlogse burgemeester benoemd: Harm van Sleen.
‘In 1950 werd de Brielse Maas afgedamd' >>
Op 3 juli 1950 werd de Brielse Maas afgedamd. Hierdoor was de verbinding met open zee verdwenen. De naam werd omgedoopt in Brielse Meer en de waterplas werd als recreatiegebied ingericht. Watersport en toerisme zouden voor Brielle een steeds belangrijke inkomstenpost worden. Vandaar dat er steeds meer werd geïnvesteerd in restauratie van bijvoorbeeld de Catharijnekerk, het Trompmuseum, het stadhuis en het wagenmakershuis. Ook talloze particuliere huizen werden gerestaureerd om te voorkomen dat ze ten prooi vielen aan de sloperhamer.
De groeiende industrie in de Rotterdamse Haven en de uitbreidingsplannen Botlek en Europoort zorgden voor een enorme werkgelegenheid. De belangstelling om in Brielle te wonen was groot, met als gevolg dat er nieuwbouw moest komen. In 1958 verrees een nieuwe wijk in de polder Meeuwenoord. In 1961 volgde nieuwebouw in Rugge en in 1968 Zuurland. Langzaam steeg het inwonersaantal. Op 1 januari 1945 was dat 3506, in 1964 telde Brielle 5047 inwoners en in 1971 was dit gegroeid tot 8331.
<< ‘Rond de oude vesting verrezen nieuwe woonwijken om de groeiende bevolking onderdak te kunnen bieden'
Op 15 september 1975 ontving de binnenstad van Brielle de status van Beschermd Stadsgezicht, zodat er nu pas echt geinvesteerd kon gaan worden in restauratieprojecten. De vestingwallen, de Langepoort, de Kaaipoort, het kruithuis, de provoost, het Merula-weeshuis en het Asyl voor Oude en Gebrekkige Zeelieden werden opgeknapt en kregen een passende bestemming.
In 1980 vond de samenvoeging met Zwartewaal en Vierpolders plaats. Brielle heeft zich sindsdien blijvend geprofileerd als stad waar toeristen een sfeer van vroeger kunnen opsnuiven. Maar het vestingstadje is allang niet meer toonaangevend in onderwijs en ook op andere gebieden, bijvoorbeeld het winkelbestand, heeft Brielle zijn positie aan omringende plaatsen moeten opgeven. Brielle staat voor de buitenstaander nog altijd synoniem met 1 april. De viering van de inname van de stad wordt elk jaar druk bezocht.
Naam en wapen
Ook voor de oude plaats Brielle is het vrijwel onmogelijk de precieze naambetekenis te achterhalen. De term ‘briel' kan afkomstig zijn van het keltische ‘brogilo', waarmee destijds een omheind gebied werd aangeduid dat als los- en laadplek voor schepen werd gebruikt.
‘Het wapen van Brielle, zoals dat in 1815 werd toegekend' >>
Het Brielse wapen werd in 1815 door de Hoge Raad van Adel omschreven als ‘zijnde van zilver, beladen met een paal van keel'. Per 24 juli 1815 werd ook de centaurus officieel vastgesteld als de schilddrager. Dat is in feite onjuist, want oorspronkelijk was dit een capirusso: een mythologisch wezen dat volgens de legene ooit in de Maas voor Brielle was gesignaleerd. In de loop der eeuwen werd de capirusso echter voortdurend anders afgebeeld, zelfs met een hondenkop of met een vrouwenfiguur.