Abbenbroek

Abbenbroek 1572 - 1811

Geschiedenis per plaats
19 JUN 2017
1572-1811

Het dorp

De reformatie op Voorne verliep zonder veel noemenswaardige incidenten. De kerk van Abbenbroek werd voortaan gebruikt voor de protestantse eredienst en Hermanus Geldreus staat te boek als de eerste hervormde predikant.

De dorpelingen onderhielden zich in hun bestaan met landbouw en veeteelt. Verspreid in de polders Oudeland, de Oude Nieuwlandsche polder en de Nieuwlandsche polder stonden enkele boederijen, maar de meeste inwoners woonden in de dorpskern, rond de waterkom. Jan Kluit geeft in zijn dagboek een aardige beschrijving van het dorp omstreeks het het midden van de achttiende eeuw: ‘het dorp staat in het noordoosten van de Heerlijkheid, daer de Bernisse in de staat van een sloot off smalle haven langs heenen loopt. Het dorp is in een langwerpig halfrondt gebouwdt met platgeschooren lindeboomen voor de huijzen en een waterkom in 't midden tot gerief der ingezetenen, 't welk gestadig door de haven of Bernisse ververscht kan worden. Ook diend deeze laastgemelde rivier het dorp voor een haven die door het steeds opslikken om de agt off negen jaren moet uitgediept worden.' De haven had sinds de verzanding van de Bernisse nauwelijk nog een functie en werd voornamelijk gebruikt om de jaarlijkse oogst te vervoeren. In de kom werd in 1765 de weg met stenen bestraat.

De in 1622 in Holland gehouden volkstelling vermeldt dat Abbenbroek 393 inwoners had en een telling van tien jaar later leert dat het dorp uit 72 huizen en een korenmolen bestond. Een eeuw later, in 1732, was het huizenbestand licht gegroeid naar 77 huizen, maar het aantal inwoners was aanzienlijk gedaald: naar 340.

De molen

Een exacte stichtingdatum van de molen in Abbenbroek is niet te noemen. De eerste vermelding van een coerenmolen stamt uit 1542. Deze oudste molen stond net als nu op de dijk aan de zuidzijde van het dorp. De molen werd door molenaars gepacht voor een vooraf afgesproken bedrag. Ook in Abbenbroek kwam het regelmatig voor dat een klant de molenaar beschuldigde van fraude. Soms was het verschil tussen het gewicht van het geleverde graan en het ontvangen meel zo groot, dat er inspectie werden gehouden. In 1648 werd bijvoorbeeld molenaar Willem Joordens bekeurd vanwege het achterhouden van een hoeveelheid graan.

Steenbakkerij

Op een stuk weiland tussen de korenmolen de Bernisse heeft in vroeger dagen een steenbakkerij gestaan, waar het water uit de Bernisse doorheen vloeide. Al op het moment dat Jan Kluit er in de laatste kwart van de achttiende eeuw melding van maakt, was van het complex niets meer terug te vinden.

Het rechthuis

In 1640 woedde er een grote brand in Abbenbroek, waarbij talloze huizen afbrandden. In 1644 herhaalde de ramp zich, waarbij dit keer het rechthuis (ook wel de secretarie genoemd) in vlammen opging. In 1645 werd begonnen aan de herbouw van het rechthuis. De graaf van Merode, droeg driekwart van de kosten bij en de Heer Nicolaas van Abbenbroek voor één vierde. Door de versnippering van het leenheerschap bezaten ze samen het eigendom van de heerlijkheid.

In 1772 verkeerde het gebouw in zeer slechte staat en moest het worden hersteld. Een extra belastingheffing zorgde voor de benodigde financiën. Inmiddels is het rechthuis allang verdwenen. Alleen de gevelsteen die in 1645 werd geplaatst is bewaard gebleven, die is nu ingemetseld in de kerk.

Het ambachtsherenhuis

Nadat het kasteel was verwoest, verbleef de Heer van Abbenbroek in een naastgelegen jachthuis, dat achter de kerk lag. Het was weliswaar minder goed te verdedigen, maar het wooncomfort was des te beter. Uit welk jaar het huidige ambachtsherenhuis stamt is onduidelijk. Het archief van de Heren van Abbenbroek is gedurende de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan, zodat veel details niet meer te achterhalen zijn. In 1630 stond het gebouw er al, want op dat moment werd het bewoond door Heer Jacob van Groeneweg. Tijdens een restauratie in de jaren 1960 werden onder de keukenvloer 15e eeuwse vloertegels gevonden. Wellicht zijn dit de restanten van het allereerste gebouw, dat in de loop der eeuwen verschillende keren ingrijpend is verbouwd. In 1768 werden bijvoorbeeld werkzaamheden uitgevoerd die het aanzicht en interieur van het pand aanzienlijk veranderden.

In 1792 kwam de familie Vos van Steenwijk in bezit van de heerlijkheid Abbenbroek, maar zij verbleven veelal elders. Toch behielden zij als Heren van Abbenbroek de vele rechten die hieraan waren verbonden, zoals de benoeming van de burgemeester en de  schoolmeester.

De kerk

Tijdens een hevige stormwind in 1747 stortte een van de kapelgevels aan de zuidzijde geheel in. Dit deel van de kerk is vervolgens zonder geveltjes herbouwd. In 1788 werd het interieur van de kerk grondig aangepakt. De oude banken maakten plaats voor nieuw meubilair en het koor werd afgescheiden van de rest van de kerk.

De pastorie verkeerde in een dermate bouwvallige staat dat de predikant er niet langer kon wonen. Op 20 januari 1764 werd besloten een nieuwe pastorie te bouwen.
Pagina terug
Zoeken in collecties